screenSize=
responsive_top_bottom=
static_orientation= vertical
Ruben - 15/06/2014 - 11:55
Als we naar de klimaatstatistieken kijken dan zien we vooral rond de periode 15 tot 22 juni vaak een intermezzo met fris en overwegend bewolkt weer terugkeren.
Dit gebeurt doorgaans na de eerste opstoot van echte warmte, zoals we die de voorbije week gekend hebben. De opstijgende warme lucht zorgt dan meestal voor een lagedrukgebied boven Midden-Europa, terwijl zich boven het vrij koude zeewater een hogedrukgebied ten westen van ons weet te nestelen. Tussen dat hogedrukgebied in het westen en lagedrukgebied in het oosten komt er bij ons dan vaak langere tijd een noordelijke stroming te staan. Boven de nog relatief koude Noordzee kunnen deze tijd van het jaar nog makkelijk dikke wolkenmassa's gevormd worden die vervolgens tot ver in het binnenland kunnen worden gevoerd.
Die wolken drukken dus ook de temperaturen terwijl de noordenwind voor een extra fris gevoel zorgt.
Men is deze periode in de loop der jaren de "schaapscheerderskou" gaan noemen. Schaapscheerders maken namelijk al door de eeuwen heen gebruik van deze periode om hun schapen te scheren. Dit omdat het naakte velletje van de schapen onder het grijze wolkendek niet zal verbranden door de krachtige junizon.
Het is zelfs niet uitgesloten dat er in deze periode wel eens vorst aan de grond wordt waargenomen, indien het 's nachts toch eens goed zou uitklaren.
(De misvatting over de IJsheiligen heb ik in mei reeds toegelicht)
Zo zien we in de ochtendrun van de Amerikaanse weercomputer ook erg frisse minima voor volgende week zondag. Louter als voorbeeld dat het kan, de kaarten zullen nog wel regelmatig wijzigen de komende dagen. Maar dat we voor een vrij frisse periode staan met vaak grijze wolken over ons hoofd staat wel vast.
Uit de temperatuurpluim van de Europese weercomputer blijft dat we minstens 7 dagen met dit weertype te maken krijgen. Na volgend weekend wordt de spreiding groter en bestaan er dus ook scenario's die stilaan warme lucht naar onze omgeving laten opschuiven.
In de neerslagpluim zien we slechts kleine neerslagsignalen, maar bijvoorbeeld op maandag en dinsdag zou er soms wat lichte regen of motregen uit het wolkendek kunnen vallen. Aan het eind van de week vergroot de kans op enkele buien, al zijn grote neerslagsommen erg onwaarschijnlijk.