Hoe kan ik zélf correcte temperatuurmetingen doen?
Iedereen met een thermometer in de tuin zal al wel eens gemerkt hebben dat de gemeten temperaturen daar op een zonnige dag makkelijk hoger oplopen dan de temperaturen die volgens de weerberichten en officiële waarnemingen verwacht kunnen worden. Zelfs in de schaduw. Dit kan verschillende oorzaken hebben, zoals het zogenaamde tuin- of stadseffect. Maar ook de opwarming van het materiaal van de thermometer zelf kan een oorzaak zijn.
De temperaturen die in het weerbericht vermeld worden zijn de temperaturen die in een gesloten thermometerhut (zouden) moeten gemeten worden op 1.5 meter hoogte. Die witte thermometerhut hoort in open veld te staan, boven kort gemaaid gras. Zodat voorwerpen zoals struikgewas, bomen of muren geen effect hebben op de meting. Voldoende luchtcirculatie in en om de hut is dan ook een belangrijke voorwaarde.
Indien we in de weerberichten de temperaturen zouden moeten vermelden die in achtertuintjes of op terrasjes kunnen worden bereikt, dan zouden we voor één bepaalde dag vaak temperaturen tussen 25 en 40°C moeten verwachten, en daar heeft uiteraard niemand iets aan. Vandaar dat de thermometerhut in een open omgeving als referentie wordt gebruikt.
Is de temperatuur die uw thermometer aangeeft dan altijd fout, wanneer blijkt dat de temperaturen in de thermometerhutten overal lager uitvallen? Niet per se. Het kan best zijn dat de temperatuur in uw tuin of op uw terras een stuk hoger oploopt dan de temperatuur in open veld iets verderop. Wegens een gebrek aan luchtstroming (wind/ventilatie) of wegens muren die warmte opnemen en vervolgens uitstralen.
Zo kan het tussen 3 muren in de achtertuin best 35 graden worden, terwijl er in thermometerhut slechts 30°C wordt gemeten. Als u wil weten hoe warm het op uw terras of in uw tuin werkelijk is, dan kan u de thermometer best zo vrij mogelijk opstellen. Bij voorkeur in een soort van thermometerhut, in een witte kleur en met voldoende ventilatie. Indien dit niet kan, plaats de thermometer dan wel op z'n minst in de schaduw.Maar indien u uw thermometer ergens tegen de muur hangt - zelfs in de schaduw - dan zal die muur vaak warmte uitstralen naar uw sensor. Op deze manier meet je tegen die muur dus hogere temperaturen dan de temperatuur van de lucht op bijvoorbeeld een halve meter van die muur. Op zo'n manier temperaturen willen meten is dus vrij zinloos.
Erger nog is het plaatsen van uw sensor in de volle zon, of in een behuizing die in de volle zon staat. Wat je dan krijgt is dat het materiaal van de thermometer of behuizing gaat opwarmen. Op die manier ga je absurde temperaturen krijgen, die totaal waardeloos zijn. Je ziet dan de temperatuur van de thermometerer, niet van de lucht. Leg bijvoorbeeld je hand maar eens op de motorkap van een auto in volle zon... die zal veel warmer aanvoelen dan de temperatuur in de lucht.
Op deze manier zal de buitentemperatuur die je auto meet ook vaak veel te hoog zijn. Vaak zie je die temperatuur wat zakken na een eindje rijden, vanwege de luchtstroom die warmte afvoert. Maar dan nog zal de temperatuurmeting vaak hogere waardes blijven aangeven omdat het wegdek extra opwarmt en je dus eigenlijk de temperatuur laag boven het wegdek meet.
Bevestig je thermometer dus bij voorkeur tegen een voorwerp dat niet makkelijk opwarmt. Een boomstam of struik is dan nog altijd beter dan een muur. Een metalen voorwerp (ijzer, aluminium, zink, koper...) is echt af te raden.
Heel veel temperatuurmetingen die je in winkelstraten of bij tankstations ziet zijn dan ook met een flinke korrel zout te nemen. Waar staat de sensor? In een geventileerde hut? Of ergens tegen een materiaal dat warmte opneemt en uitstraalt? In de schaduw of in de zon? De hoogste temperatuur die in Limburg ooit in thermometerhut is gemeten bedraagt 38.8°C. We zijn dus nog nooit aan 40°C geraakt op een referentie-locatie.
Het kan dus wel eens gebeuren dat het warmer wordt dan verwacht, bijvoorbeeld doordat er minder bewolking voorkomt dan de weercomputers hadden voorzien. Bewolking blijft immers geregeld moeilijk in te schatten. Maar dat zal dan hooguit 2 tot 3°C verschil tussen de werkelijkheid en de verwachtingen opleveren. In vele gevallen hou ik in mijn weerberichten ook rekening met de onzekerheden. Vandaar de marges op de temperaturen die ik in mijn weerbericht vermeld. Als blijkt dat de bewolking meer of minder aanwezig is dan verwacht, zal ik de temperaturen in de loop van de dag ook bijsturen en vermelden waarom dat nodig was.
Ik heb even gezocht naar het beste voorbeeld voor een meting in de achtertuin, met een beschutting in de buurt, en toen kwam ik bij deze foto van weerstation Kapelle-op-den-Bos uit.
Ik begrijp dat niet iedereen zo'n investering in een hut kan doen, of zo'n witte kast op z'n gazon wil plaatsen, maar eigenlijk krijg je op deze manier dus de best mogelijke meting. Een meting die getoetst mag worden aan de temperaturen in het weerbericht, of omgekeerd. Al zal de schutting wel wind opvangen, en dus voor een zeker 'tuin-effect' zorgen. De boom staat wel ver genoeg van de hut vandaan zodat er geen schaduw op de hut valt.
Temperatuurmeting mét tuineffect
De ideale situatie staat op onderstaande foto geïllustreerd. (Bron: http://www.vwkweb.nl/)
Hier staan er geen obstakels in de buurt waardoor de wind voor een goede ventilatie zorgt en er geen schaduw op de hut kan vallen.
Temperatuurmeting zonder tuineffect
Ik merk dat vele mensen vaak nog op de meting van hun auto afgaan, maar vaak moet dat cijfer dus met een flinke korrel zout worden genomen. Boven het hete wegdek of parking kan de temperatuurmeting ook extreme vormen aannemen, zoals Claudio Pavoncelli op vrijdag 27 juli 2018 aantoonde...